Ik kwam bij een berg en hij zei: ïk ben de berg van angst”
“de angst voor wat? “vroeg ik bedeesd
en trouwens, angst zit in je geest,
een blokkade, die je belet te leven,
het gevolg van iets, dat is geweest.
“Praat geen onzin” zei de berg, ik ben van steen,
je kunt gewoon niet om mij heen,
Ik ben hard en groot, niet weg te krijgen,
Je kunt niet verder: moet omkeren of blijven.
Ik ben de angst voor wat je maar bedenken kunt
Ik ben de angst die je geen ander elven gunt
Ik ben de angst voor mislukking, verdriet en pijn,
De angst voor wie je bent niet wilt zijn,
Ik ben de angst voor ziekte, verlies en dood
Ik ben de levensangst, maar dan heel groot
Velen hebben geprobeerd mij te overwinnen,
Als ik hou was, zou ik er maar niet aan beginnen
Ik ben te hard, te groot te sterk
Mij overwinnen is onbegonnen werk
Draai om, loop voor me weg
Ik ben de angst, dus ik weet, wat ik zeg””.
Weet je wat je zegt?”vroeg ik,
Want het betekent,
Dat ik niet verder kan op mijn levenspad
Dat ik moet blijven, waar ik ben,
Terwijl ik nog zoveel niet kan
Terwijl ik nog zoveel zou willen leren
Ik denk er niet aan om om te keren’”
En toen ik daar ondanks mijn grote mond,
Toch wat bibberend en weifelend stond
Zag ik een houweel en voelde kracht,
En ik hakte en sloeg uit alle macht
Brok voor brok sloeg ik de angst in gruis:
Had ik altijd al zoveel kracht in huis?
De berg werd kleiner, ik voelde me groeien
En achter de berg zag ik vaag iets bloeien
De berg angst werd zo klein
Dat ik bij het opkomen van de zon
er op eigen kracht overheen klimmen kon
Ik kon weer verder en kon de bloemen ruiken
De houweel hield ik bij me
die kon ik vast wel weer een keer gebruiken.